Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], God heeft gesproken in Zijn [22]heiligdom; [dies] zal ik van vreugde opspringen; ik zal [23]Sichem delen, en het dal van Sukkoth zal ik afmeten. 22. Waar de ark des verbonds was, die David nu te Zion gehaald had, 2 Sam.6: hij schijnt te willen zeggen dat hij God [eer hij deze oorlogen aanving] naar zijn raad vragende, een zeer gunstig antwoord van tussen de cherubim ontvangen had, volgens hetwelk hij nu, deze victorie verkregen hebbende, zeer verheugd was en een goed vertrouwen had van al de rest. Anders, door, of bij zijne heiligheid; zulks dat het een zeker en vast woord is, als van den heiligen God gesproken zijnde. 23. Van Sichem en Sukkoth, zie Gen.12:6, en Gen.33:17; Richt.8:5. Hij wil zeggen dat hij van deze en de volgende plaatsen volkomen heer en bezitter zal zijn, aan beide zijden van de Jordaan. 23. Sukkoth Van Sichem en Sukkoth, zie Gen.12:6, en Gen.33:17; Richt.8:5. Hij wil zeggen dat hij van deze en de volgende plaatsen volkomen heer en bezitter zal zijn, aan beide zijden van de Jordaan.